Het historische Raadhuis van de Stad Cochem

Het prachtige barokgebouw aan de noordkant van de marktplaats werd in 1739 door de aartsbisschop van Trier naar plannen van Ravensteyn als keurvorstelijk gemeentehuis gebouwd. De stad was onder Triers bewind  middelpunt van het district  Cochem. Van de sinds 1388 gebouwde voorgangers van het raadshuis (op 14 april van dit jaar vondt de huldiging van voor de Trierse keurvorst „op de markt voor het gemeentehuis“ plaats) werd  hetjongste in het jaar 1689 gedurende de reunie-oorlogen door Franse troepen verwoest.

Het raadshuis met rechthoekige plattegrond (17,50 × 12,40 m) heeft buitenmuren die tot 1,30 m dik zijn, het rode pleisterwerk contrasteert goed met grauwe omvattingen van basalt uit Mayen. Aan de marktplaats-kant valt het stenen balkon met stevige balusters en omraming en een aan beide kanten afvallende mansardedak en het daaronder liggende pilaar-portaal van 1739 op.   Parterre was de handelszaal. Iets hoger daarvan lag de separate raadszaal. In de eerste verdieping was de keurvorstelijke directie, in de Pruisische tijd (sinds 1815) het landraadsbestuurslokaal en vanaf 1888 de bestuurskamer van de burgemeester ondergebracht. De stadburgemeester resideert hier ook nu nog. Het dertigkoppig stadsbestuur was hier, net zoals in de uit  de 19 eeuw stammende uitbouw in de Bernstraße, tot 2009 ondergebracht. Sindsdien wordt Cochem samen met ondertussen 22 buurdorpen door de Verbandsgemeinde Cochem bestuurd. In het historische raadshuis bevindt zich tegenwoordig het stadsarchief, de stadsbibliotheek en natuurlijk het graag in aanspraak genomen bureau van de burgerlijke stand.