Cochems oude Stadkern

Van de opwindende geschiedenis van Cochem getuigen tegenwoordig nog talrijke in goede toestand voorhanden resten van de historische stadsmuur met haar vestingsbouwwerken, zoals de Endertpoort met de poortwachterswoning, de verdedigingstoren met de Boudewijnspoort, de Martinspoort en een pad naar de Rijksburcht.

 

Blikvangers zijn ook het in 1739 op de gezellige marktplaats in barokstijl gebouwde raadshuis, de „guten Stube“ met de Martinsbron net zoals de vakwerkhuizen met verschillende gevels en leiendaken in de stegen van de oude stadskern.

 

De Bockbrunnen (bokbron) op de Moezelpromenade beeld een ironisch verhaal af uit het dagelijks leven van de bewoners. Tegenover daarvan is de Martinskerk met haar markante toren waar je onderdoor loopt in de voetgangerszone. Van de Moezelpromenade uit sluip je door het „Fuchsloch“ (vossengat) die  oorspronkelijk de kleinste Cochemer stadspoort was naar de Bernstraße. Naast de brug bij het Cochemer Toerisme Informatiebureau bevindt zich een mozaïek met de stamboom van de stad Cochem.

 

Van de marktplaats uit voeren oude verspringende trappen naar boven op de kloosterberg. Op een vooruitstekend gedeelte van de berg ligt het in ca. 1630 gebouwde kapucijnenklooster. Het was tot 1802 een klooster en is nu het cultuurcentrum van de stad.

 

Voor de klim naar de Rijksburcht neem je het beste de weg door het „Tümmelchen“ , een oude grafheuvel waarop op de resten van de oude stadsmuur, die tot aan de kop van de heuvel verloopt, het „Zuckertürmchen“(suikertorentje) staat. Hij diende als bewaking voor de stadsgrens. Op de heuvel loont het zich kort van de weg af te wijken om het origineel nagebouwde wijngaard-huisje te bekijken